WABO in het kort
Doel van de Wabo is een eenvoudigere en snellere vergunningverlening en een betere dienstverlening door de overheid op het terrein van bouwen, ruimte en milieu. De Wabo introduceert hiervoor de omgevingsvergunning.
Eén omgevingsvergunning, één bevoegd gezag;
Voor de inwerkingtreding van de Wabo kwam het geregeld voor dat voor een project dat bestond uit meerdere activiteiten meerdere vergunningen en toestemmingen nodig waren van verschillende overheidsinstellingen. Hierdoor kon het lang duren voordat een onderneming of particulier alle benodigde vergunningen en toestemmingen had. Bovendien stond tegen elke vergunning en toestemming bezwaar en beroep open. Ook deze verschillende rechtsbeschermingmogelijkheden zorgden weer voor vertraging, extra kosten en extra administratieve lasten.
De Wabo heeft per 1 oktober 2010 verandering gebracht in deze situatie. Kern van deze wet is dat de verschillende vergunningen en toestemmingen worden gebundeld in één omgevingsvergunning. In totaal 25 verschillende vergunningen en toestemmingen, die voorheen nodig konden zijn voor het uitvoeren van diverse projecten, zijn nu vervangen door de (integrale) omgevingsvergunning.
Daarnaast kan het aanvragen van een omgevingsvergunning geregeld worden via het indienen van één digitaal aanvraagformulier bij het Omgevingsloket Online. Dit gemeentelijk loket zorgt ervoor dat de aanvraag van een omgevingsvergunning voor één of meerdere samenhangende activiteiten bij het bevoegd gezag terecht komt. Hoofdregel is dat het college van Burgemeester en Wethouders het bevoegd gezag is voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Het bevoegd gezag moet er voor zorgen dat de voorschriften die aan de te verlenen omgevingsvergunning worden verbonden op elkaar zijn afgestemd.
De Wabo moet dus ook een einde maken aan tegenstrijdige voorschriften. Verder is het bevoegd gezag belast met de coördinatie van het toezicht en de handhaving. Hierdoor worden controlebezoeken door verschillende overheden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd uitgevoerd.
Eén beslistermijn, één beroepsprocedure;
De Wabo kent twee besluitvormingsprocedures.
1. Een reguliere procedure voor de meer eenvoudige aanvragen, waarbij geen milieutoets en/of flora- en faunatoets is vereist. In geval van deze procedure geldt een ‘fatale’ termijn, dit betekent dat een omgevingsvergunning van rechtswege wordt verleend als het bevoegd gezag niet binnen acht weken beslist. Deze procedure mag maximaal met zes weken worden verlengd.
2. Voor meer complexe plannen geldt de uitgebreide procedure, waarin het bevoegd gezag binnen zes maanden een beslissing neemt. De mogelijkheid bestaat om deze termijn met zes weken te verlengen. Vooral de te beoordelen milieuaspecten vergen vaak een langere behandelingsduur. Van een ‘fatale’ termijn is bij de uitgebreide procedure geen sprake. Nadat het bevoegd gezag een beslissing heeft genomen om al dan niet een omgevingsvergunning te verlenen, moeten belanghebbenden, met het oog op hun bezwaar- en beroepsmogelijkheid, in één keer al hun bezwaren tegen deze beslissing naar voren brengen.
De Wabo heeft betrekking op bouwen, ruimte en milieu. Het centrale instrument in de Wabo, de omgevingsvergunning, omvat de volgende vergunningen en toestemmingen:
- bouwvergunning ingevolge de Woningwet - gebruiksvergunning en melding ingevolge het Gebruiksbesluit - milieuvergunning en melding ingevolge de Wet milieubeheer - ontheffingen bestemmingsplan en aanlegvergunning ingevolge de Wet ruimtelijke ordening - monumentenvergunning ingevolge de Monumentenwet - mijnbouwvergunning ingevolge de Mijnbouwwet - vergunning ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren - diverse gemeentelijke en provinciale vergunningen, zoals de reclame-, inrit-, sloop-, aanleg- en de kapvergunning, op basis van gemeentelijke en provinciale verordeningen - vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet - ontheffing ingevolge de Flora- en faunawet.
|